Gebruiken uw cursisten ook medicijnen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden? Zie uitgebreide vragenlijst.

medicijnenEén op de zes rijschoolleerlingen gebruikt medicijnen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden. Dit kan erg gevaarlijk zijn. De reflector heeft in samenwerking met het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) een medicijnlijst opgesteld over rijgevaarlijke medicijnen. Attendeer uw cursisten naar dit artikel op facebook en ze kunnen gebruik maken van de lijst met veel gestelde vragen over medicijngebruik.

Wat zegt de wet.
Je mag geen voertuigen besturen als je onder invloed bent van een medicijn dat je rijvaardigheid vermindert. In de Wegenverkeerswet (artikel 8.1) staat dit als volgt beschreven:

Niet tot behoorlijk besturen in staat is.
‘Het is een ieder verboden een voertuig te besturen of als bestuurder te doen besturen, terwijl hij verkeert onder zodanige invloed van een stof, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht’.

Bewijslast is vaak een probleem.
In de praktijk is de bewijslast echter een probleem, want hoe toon je aan dat iemand onder invloed is van een geneesmiddel? Hier bestaat geen test voor, zoals een blaastest bij alcohol. Voor alcohol geldt een limiet van de toegestane concentratie in het bloed van 0,5 promille (voor de beginnende bestuurder 0,2 promille). Voor geneesmiddelen bestaat er geen vergelijkbare limiet.

Informatie op- de bijsluiter.
En hoe toon je aan dat iemand had moeten weten dat het medicijn dat hij gebruikt de rijvaardigheid vermindert? De informatie in de bijsluiter en op het etiket (gele sticker, waarschuwingstekst) spelen hierbij een rol. En het negatieve advies van de arts of apotheker die het medicijn heeft voorgeschreven, kan aantonen dat de verkeersdeelnemer op de hoogte was.

Geheimhoudingsplicht.
In geval van ongelukken hebben een apotheker en zijn medewerkers in principe geheimhoudingsplicht, tenzij het gaat om een strafbaar feit. De apotheker mag geen gegevens van patiënten aan de politie geven als dit niet in het kader is van een opsporingsbevel.

Medicijnlijst.
Klik op een link om meer te weten over het medicijngebruik in combinatie met het besturen van een voertuig.

1. Mijn medicijn beïnvloedt de rijvaardigheid, mag ik dan wel autorijden?

Als je een medicijn krijgt voorgeschreven waarmee je niet mag rijden en je toch voor je werk of privé de weg op moet, vraag dan je arts of apotheker of er nog andere mogelijkheden zijn.

Misschien kan je arts een vergelijkbaar medicijn voorschrijven waarmee je wel veilig kunt rijden.

Soms is een lagere dosering genoeg, en soms kan je het medicijn op een ander moment van de dag nemen, bijvoorbeeld vóór het slapen in plaats van ‘s ochtends. Het kan zijn dat je arts je dringend adviseert om een bepaalde periode niet te gaan rijden. Volg dan altijd zijn of haar advies op.

2. Hoe merk ik dat ik beter niet kan gaan rijden?

Je bent strafbaar als je in het verkeer onder invloed bent van een middel waarvan je weet of redelijkerwijs kunt weten dat het de rijvaardigheid kan beïnvloeden. Kijk bij Wat zegt de wet voor meer informatie.

3. Wat moet ik doen als ik beroepschauffeur ben?

Als beroepschauffeur zoals buschauffeur of vrachtwagenchauffeur, zit je langer op de weg. Ook ben je soms verantwoordelijk voor passagiers en loop je extra risico’s doordat je grotere voertuigen bestuurt. Daarom stelt het CBR zwaardere eisen aan je lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het rijden in een bus of vrachtwagen. Deze eisen staan in de Regeling eisen geschiktheid 2000 van het CBR. Je mag dus in een bus of vrachtwagen rijden wanneer je voldoet aan deze strenge lichamelijke en geestelijke eisen én je medicijnen geen negatieve invloed hebben op je rijvaardigheid. Meer informatie staat onder Wat zegt de wet op deze website.

4. Wat is het effect van alcohol op mijn medicijn?

Als je naast een rijgevaarlijk medicijn ook alcohol gebruikt, wordt risico op een verkeersongeval groter. Alcohol kan namelijk het negatieve effect op het reactievermogen versterken.

5. Helpt koffie?

Koffie heeft geen invloed op de versuffende werking van medicijnen (en alcohol).

6. Bij welke dosering mag ik niet rijles nemen?

Het is niet mogelijk om voor rijgevaarlijke medicijnen in het algemeen een limiet aan te geven tot wanneer je nog kunt autorijden, zoals bij alcohol. Dat verschilt per geneesmiddel. Daarom is er voor ieder rijgevaarlijk geneesmiddel een apart advies. Als je last hebt van slaperigheid of moeite met concentreren, slecht ziet, moeite hebt om binnen de rijbaan te blijven rijden, gaat slingeren, de afgelegde weg niet meer kunt herinneren of last hebt van duizeligheid, kun je beter geen auto gaan rijden. Raadpleeg bij twijfel altijd je arts of apotheker.

7. Ik gebruik maar af en toe een tabletje, gelden de regels ook voor mij?

Ja, de wettelijke regels gelden al vanaf gebruik van 1 tablet. De regels voor continue gebruik kunnen wel anders zijn dan als je medicijnen af en toe gebruikt . In dat geval staat het duidelijk aangegeven in de adviezen onder ‘Check je medicijn’

8. Gaat het alleen om slaap- en kalmeringsmiddelen?

Naast slaap- en kalmeringsmiddelen zijn er andere medicijnen die de rijvaardigheid beïnvloeden. Denk aan bijvoorbeeld antidepressiva, maar ook aan oogdruppels die (tijdelijk) je gezichtsvermogen kunnen beïnvloeden. Of medicijnen die gebruikt worden tegen hoge bloeddruk die vooral de eerste paar weken duizeligheid kunnen geven. Onder Check je medicijn kan je controleren of jouw medicijn de rijvaardigheid beïnvloedt.

9. Gaat het alleen om auto, motor, of brommerrijden?

Medicijnen die de rijvaardigheid beïnvloeden doen dat vooral doordat ze invloed hebben op het reactievermogen. Alles wat je doet waarbij concentratie belangrijk is, wordt door deze medicijnen beïnvloed. Ook het werken met gevaarlijke machines, of fietsen in (druk) verkeer.

10.Wat moet ik doen als ik mijn medicijn niet kan vinden bij Check je medicijn op de website?

Als je medicijn niet in de Lijst medicijnen staat, dan is er (nog) geen advies voor dit medicijn geschreven. Controleer in ieder geval ook de bijsluiter van het medicijn, of vraag je arts of apotheker om advies.

11.Wat moet ik doen als het advies luidt ‘Eerste week niet rijden’ en ik het medicijn al jaren gebruik?

De wettelijke adviezen over rijvaardigheid gelden vanaf het moment waarop iemand het medicijn voor het eerst gaat gebruiken. ‘Eerste week niet rijden’ betekent dus: eerste week na starten met dit medicijn niet rijden. Gebruik je dit medicijn al jaren, dan mag je rijden, mits je geen last hebt van bijwerkingen die de rijvaardigheid beïnvloeden. Stop je tussentijds (even) met je medicijn, dan geldt het beginnen weer als een nieuwe start. Je lichaam moet weer wennen aan het medicijn en het advies, bijvoorbeeld ‘de eerste week niet rijden’ gaat opnieuw in. Bij twijfel kan je altijd je arts of apotheker vragen om advies.

12.Ik stop zo nu een dan een paar dagen met mijn medicijn. Maakt dat uit voor de rijvaardigheid?

Wanneer je tussendoor stopt en na een paar dagen weer doorgaat met slikken, geldt de dag waarop je weer doorgaat als een nieuwe start. Het advies onder ‘Check je medicijn’ is dan weer opnieuw van kracht.

13.Mijn arts heeft de dosering van mijn medicijn verhoogd. Maakt dat uit voor de rijvaardigheid?

Ja, als de dosering (sterkte) van je medicijn is verhoogd, telt dit als een nieuwe start. En geldt het advies onder ‘Check je medicijn’ opnieuw. Het advies voor rijvaardigheid kan ook strenger worden door een hogere dosis. Soms verandert het van ‘wel rijden’ naar ‘niet rijden’. Bij een verlaging van de dosering kan de ziekte waarvoor het medicijn is bedoeld soms de rijvaardigheid weer gaan beïnvloeden. Twijfel je hierover, vraag dan je arts of apotheker om advies.

14.Ik slik drie medicijnen met een lichte invloed op de rijvaardigheid. Moet ik de effecten bij elkaar optellen?

Drie medicijnen met lichte invloed op de rijvaardigheid hebben een grotere invloed op de rijvaardigheid dan één medicijn. Wees dan extra voorzichtig.

15.Kunnen medicijnen de rijvaardigheid ook verbeteren?

In sommige gevallen kan je rijvaardigheid juist verbeteren door het gebruik van medicijnen. Denk bijvoorbeeld aan patiënten met epilepsie. Maar ook als je depressief bent, kun je vaak minder goed autorijden. Met medicijnen verbetert dan juist de rijvaardigheid. Meer informatie hierover kun je krijgen bij je arts of apotheker of in de folder Regeling eisen geschiktheid van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen(CBR).

16.Ik heb epilepsie en gebruik daar medicijnen voor. Mag ik nu autorijden?

De aandoening epilepsie zal eerder een belemmering vormen om auto te rijden dan de medicijnen tegen epilepsie. Om na te gaan of het verantwoord is dat je auto rijdt, moet de behandelend neuroloog je keuren. Hij stelt een keuringsrapport op dat voldoet aan bepaalde keuringseisen. Het CBR bepaalt vervolgens op grond van dit keuringsrapport of je rijgeschikt bent. Het is gebruikelijk dat je één jaar aanvalsvrij bent voor je weer mag rijden en een keuring plaatsvindt. Je hebt dan ten minste één jaar anti-epileptische medicijnen gebruikt. En dan zijn alle anti-epileptische middelen rijveilig. Als de anti-epileptische medicatie wijzigt, moet je opnieuw met de behandelend neuroloog overleggen of je mag autorijden. Meer informatie vind je op www.cbr.nl in de Regeling Eisen Geschiktheid 2000 en op www.epilepsie.nl.

17.Ik heb ADHD en gebruik daar medicijnen voor. Mag ik nu autorijden?

De aandoening ADHD zal eerder een belemmering vormen om auto te rijden dan de medicijnen tegen ADHD. Om na te gaan of het verantwoord is dat je auto rijdt, moet je gekeurd worden door een specialist met kennis en ervaring op het gebied van ADHD bij volwassenen. Deze stelt een keuringsrapport op dat voldoet aan keuringseisen van het CBR. Het CBR bepaalt vervolgens op grond van dit keuringsrapport of je rijgeschikt bent.

Als je op grond van je aandoening mag autorijden en je geen rijgevaarlijke bijwerkingen ervaart van je medicijnen tegen ADHD, mag je met deze medicijnen autorijden. Meer informatie vind je op www.cbr.nl in de Regeling Eisen Geschiktheid 2000.

18.Ik slik antidepressiva waarmee ik niet mag rijden, maar wil wel aan het verkeer deelnemen. wat moet ik doen?

Antidepressiva zijn vaak rijgevaarlijke geneesmiddelen waar je niet, of enige tijd niet mee mag rijden. Het verschilt per geneesmiddel, maar vaak geldt dat autorijden weer mogelijk is na het gebruik van het middel gedurende 3 jaar, zonder onderbreking of wijziging in de dosering. Kijk bij Check je medicijn wat het advies is voor het antidepressivum, dat je zelf slikt. Bij het CBR kan je een speciale rijtest doen (kosten €650,-). Kijk voor meer informatie op de website van het CBR.

19. Ik mag volgens de wet met mijn medicijnen of ziekte niet rijden, maar wil dit wel. Wat kan ik doen?

Als je door je medicijnen of aandoening volgens de wettelijke regels niet mag autorijden, maar je bent het daar niet mee eens, dan kan jij een rijgeschiktheidsverklaring aanvragen. Hiervoor moet je een volledig ingevuld formulier Eigen Verklaring opsturen naar het CBR. Dit formulier is verkrijgbaar bij de gemeente of het CBR. Soms is voor de rijgeschiktheidsverklaring een specialistisch rapport vereist.

20.Ik slik rijgevaarlijk medicijnen, maar wil mijn rijbewijs halen. Wat moet ik nu doen?

Er gelden geen andere eisen voor examenkandidaten. Als je rijgevaarlijk medicijnen slikt, moet je het formulier Eigen verklaring invullen. Meer informatie hierover kun je krijgen bij je arts of apotheker of in de folder Regeling eisen geschiktheid van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).

21.Hoe zit het met rijden in het buitenland?

In Europa zijn er minimale eisen aan de rijgeschiktheid gesteld. Ieder land mag strengere eisen stellen. Er kunnen dus verschillen zijn. Kijk voor meer informatie op www.cbr.nl.

Reflector: Bewerking Roel Leemberg/61047-68.1809/MO.14/bron: IVM